Bij de ene opleider mag onbeperkt met de backspace gewerkt worden, terwijl dit bij de andere opleider juist niet toegestaan of zeer beperkt is. Afhankelijk hiervan zou je ook je foutenpercentage kunnen bijstellen. Een klein stukje uit het onderdeel foutenanalyse en didactiek voor de typedocent leert ons het volgende.
Het gebruik van de backspace; maatregelen treffen om het maken van fouten zoveel mogelijk te beperken en natuurlijk het liefst voorkomen! Hoe bereik je dit? Er zijn veel wegen die naar Rome leiden; de soorten maatregelen zijn divers. Het helpt zeker wel om de leerling eens te confronteren met het tweede onderdeel: ‘het herkenbaar’ maken van de fouten. En ook: hoe vaak is de backspace eigenlijk gebruikt? Hoeveel tijdwinst levert het op als je die niet (of nauwelijks) nodig hebt?
Bijvoorbeeld: een leerling typt 100 aanslagen per minuut gedurende zeven minuten (totaal 700 aanslagen). Bij de analyse van dit werk blijkt er 50 keer op backspace te zijn gedrukt. Dat zijn dus 50 fouten geweest: totaal 100 aanslagen. Deze leerling is dus een minuut (van die zeven minuten) bezig met fouten verbeteren. Het is interessant en verhelderend als je de leerling hiermee kunt confronteren. De ervaring leert dat dit zo vier of drie weken voor het examen het beste bij ze binnenkomt.
Meer weten? Volg de cursus didactiek en foutenanalyse voor de typedocent.
Vul informatie in bij sidebar blog om hier iets te tonen